Ambiance reist: culinaire safari in Namibië

Kleurenpracht. Dat ene woord typeert Namibië ten volle. Zowel op het bord als wanneer je het land doorkruist. Maar blinkt het landschap uit in diversiteit en veelzijdigheid, dan gaat het er op het bord vaak voorspelbaar aan toe. Al is dat niet altijd het geval. Of wist u dat de Namibische oester amper 9 maanden tijd nodig heeft om volgroeid te zijn en dat er eens per jaar een heuse Kalahari-truffelverkoop aan de kant van de weg wordt georganiseerd?

Tekst Kristof Vanderhoeven

Je walst over de parallelduinen die het landschap van de Kalahari domineren, terwijl je je vergaapt aan de blauwe hemel en het rode woestijnzand. Alsof dat nog niet genoeg contrast geeft, wordt de woestijn opgevrolijkt met miljoenen prachtige bomen en lijkt het wel alsof Salvador Dalí himself verantwoordelijk was voor het tekenen van de wonderlijke witte wolken. Zo makkelijk als het is om de Namibische vergezichten te beschrijven, zo moeilijk is het om de Namibische foodcultuur in een notendop weer te geven. Natuurlijk zijn er een aantal typische gerechten en vaak voorkomende producten zoals biltong en boerenworst, maar wat het culinaire betreft, staat het er allemaal nog heel erg in z’n kinderschoenen.

“Koedoe staat met stip op 1 vanwege het erg smaakvolle, maar toch malse vlees, gevolgd door oryx – eveneens goed van smaak, maar toch al iets taaier."

Dag 1 tot 4

Het Kalahari Private Reserve is 10.000 hectare groot, maar gids Chamberlain kent elke duin en iedere struik en navigeert zijn jeep feilloos van de ene kudde zebra’s langs drie wegglippende struisvogels tot bij de doodgemoedereerde giraffen. De gewassen bonsaiboompjes bieden ook beschutting aan de oryx, het nationale dier van Namibië. “Of we willen weten wat zijn top 3 van game meat is?”, verrast gids Chamberlain plots. “Koedoe staat met stip op 1 vanwege het erg smaakvolle, maar toch malse vlees, gevolgd door oryx – eveneens goed van smaak, maar toch al iets taaier. Springbok prijkt op plaats 3 wegens iets minder smaak.”

Het is dat hij er zo onschuldig uitziet of we zouden Chamberlain van een complot met de keuken verdenken. Want wat krijgen we geserveerd bij terugkeer? Juist ja, oryx. Gelukkig vertelde Chamberlain ons ook dat het land momenteel kampt met een wel erg overvloedige aanwezigheid van oryx, of we zouden ons schuldig gevoeld hebben om op de eerste avond al meteen het nationale dier te verorberen. En het moet gezegd: het vlees is prima van smaak, en niet eens zo taai als Chamberlain beweerde.

Beste appeltaart in heel Namibië

Op weg naar Walvisbaai waan je je nu weer in de Grand Canyon en dan weer lijkt het alsof je de Australische outback binnenrijdt. Dat de appeltaart in Solitaire de titel van ‘Beste appeltaart in heel Namibië’ mag dragen, is omdat het simpelweg de enige appeltaart in Namibië is. Het lekkerste tot hiertoe? Die appel bovenop Big Daddy. Maar dat heeft alles te maken met de naar onze bescheiden normen bovenmenselijke krachtinspanning die de beklimming van de op één na hoogste duin van Namibië van ons vergde. Voeg daar nog een magnifiek uitzicht vanop 325 meter hoogte over de wereldberoemde Deadvlei en een lichte suikerdip aan toe en je snapt meteen waarom die appel zo welkom was.

"Hij begon in 2013 met een heus fine dining concept, maar dat bleek net iets te ambitieus voor Namibië."

Dag 5 tot 6

Omgeven door 120.000 zeehonden, flamingokolonies en alle prachtige vogels die het schiereiland aandoen, besef je al snel dat je in een nederig makende omgeving bent beland wanneer je even rond je kijkt in de Pelican Point Lodge. Het voormalige bijgebouw van de vuurtoren, waar de vuurtorenwachters sliepen en verbleven kreeg na meer dan twintig jaar leegstand een nieuwe invulling. In 2013 deed eigenaar Dirk Maes zijn bedrijf in ecologische verwerking van kartonafval van de hand om in augustus van hetzelfde jaar deze unieke lodge in Doboi National Park – het schiereiland is eigenlijk één groot nationaal park – op te richten. En alsof die locatie vlakbij de vuurtoren ver weg van de bewoonde wereld nog niet uniek genoeg was, opteerde Dirk voor een ecolodge die nagenoeg volledig zelfvoorzienend werkt.

Hij begon in 2013 met een heus fine dining concept, maar dat bleek net iets te ambitieus voor Namibië. “Ik blijf erbij dat dat de juiste keuze was”, verdedigt Dirk zijn aanpak. “Ik vind nog altijd dat deze plek op elk vlak het allerbeste verdient. Maar goed, als er geen publiek voor is, heb ik er ook geen probleem mee om een stap terug te zetten.” Een klein stapje weliswaar, want wat je in de ecolodge aan marien lekkers geserveerd krijgt, ligt ver boven het gemiddelde niveau in Namibië.

Dirk zet vol in op zijn eigen mosselkwekerij en de oesters en kreeften die de lokale vissers desgewenst aanvoeren. En het zout dat hij gebruikt is uiteraard afkomstig van de zoutmijn waar we op weg van Walvisbaai naar de Pelican Point Lodge langsreden. Namibië is met een productie van meer dan een miljoen ton per jaar overigens het grootste zout producerende land in de mid Sahara-regio – met een grote nadruk op export naar centraal Afrika.

Dat ze in Namibië geen grote variëteit aan groenten hebben, zal geen enkele toerist verbazen, toch maakt Dirk er een halszaak van om ver weg te blijven van de worteltjes, broccoli en bloemkool die je in het binnenland steevast op je bord krijgt. “Ik schuim soms drie marktjes per dag af om toch maar iets anders te kunnen aanbieden”, aldus de man wiens levensmotto ‘doe nooit iets wat een ander al doet’ is. En het moet gezegd: qua verfijning op het bord is de Pelican Point Lodge een fikse stap voorwaarts. Het lichte slaatje met heerlijk gemarineerde kip was een prima welkom en de kreeft die we ’s avonds voorgeschoteld kregen was perfect klaargemaakt. Dat de bijhorende bisque net iets te papperig en te zout was, scharen we gemakshalve onder de noemer schoonheidsfoutjes.

© Aprilmagazine 2019

Wil je regelmatig culinaire inspiratie en exclusieve recepten ontvangen via email?
Schrijf je nu in.

Reacties

Lees meer