Niets gaat boven lekker sappige en goed gekruide spareribs recht van de barbecue, laten we het daar over eens zijn. Het is eens wat anders dan worstjes of speklappen. De kunst van een lekkere sparerib zit in de juiste gaartijd en vooral in de juiste marinade. Met deze tips word jij niet alleen een grillmaster, maar ook een ribmaster.
Naast de juiste ingrediënten zorg je ook best voor een grote portie tijd en geduld, want de perfecte ribbetjes maak je niet zomaar!
The perfect rib
Om de lekkerste ribbetjes te maken heb je ook het beste vlees nodig. Er bestaan twee soorten ribs die je bij ons het snelste kan vinden: de baby back ribs en de buikspareribs. De baby back ribs zijn aan de kleine kant, maar wel enorm mals. De buikspareribs daarentegen zijn veel groter en bevatten meer vlees. Wanneer je die gaat halen bij de slager of in de supermarkt, moet je opletten dat de ketting er nog aan zit. Nee, het gaat hier niet om een hippe accessoire, wel om een extra vleeslaag die bovenop de botten ligt. Extra vleeslaag betekent extra vlees aan de ribben, jippie!
Weg met het vliesje
De ketting blijft er aan, het vliesje moet er vanaf. Hoewel je het vliesje misschien niet meteen ziet zitten, is het er vaak wel. Het is een heel dun laagje dat aan de onderkant van het bot zit. Als je deze er niet vanaf haalt, is de kans groot dat de marinade niet volledig zal intrekken in het vlees.
Dry rub
Zoals we al zeiden zit de kunst van een verrukkelijke rib in de marinade. Een dry rub wordt het vaakst gebruikt bij het bereiden van ribbetjes. Tijdens een dry rub meng je alle droge kruiden door elkaar en smeer je het vlees er mee in. In de perfecte kruidenmix zitten de vrijwel altijd dezelfde ingrediënten. Bruine of witte suiker zodat de ribbetjes mooi kunnen karamelliseren en hun befaamde zoete korst krijgen en zout om wat van het vocht te verwijderen. Verder vind je in een dry rub ook kruiden zoals paprikapoeder, zwarte peper, mosterdpoeder, chilipoeder, komijn, uienpoeder en knoflookpoeder terug.
Voordat je de spareribs insmeert met de kruiden, moet je ze eerst wat droog deppen met wat keukenpapier. Vervolgens smeer je wat olijfolie over het vlees heen. Dit dient als lijm voor de dry rub. Neem wat van de kruiden in je hand en masseer de ribbetjes goed in.
Grillen als een pro
Spareribs hebben een lange gaartijd en zijn niet in een-twee-drie klaar, dus als je 's avonds wil genieten van lekker warme spareribs, zet je de barbecue 's middags best al klaar. Wanneer de grill heet genoeg is, leg je de ribbetjes op het rooster. Let er op dat ze niet recht boven de kolen liggen, want de temperatuur is daar veel te hoog. Doe het deksel op de barbecue en laat de spareribs voor zo'n 3 à 4 uur liggen. Vervolgens pak je de ribbetjes in aluminiumfolie. Giet hier een klein scheutje cola of appelsap bij zodat het vlees zoet en sappig blijft. Zet het aluminiumpakketje terug op de grill voor zo'n 1,5 uur.
De juiste temperatuur
Over temperatuur gesproken is het ook belangrijk om een oventhermometer bij de hand te houden. De juiste temperatuur om de meest malse spareribs te grillen zit rond de 105 °C. Als je ze lang genoeg op de grill hebt laten liggen, haal je ze van de grill af. Smeer ze in met wat barbecuesaus en leg ze dan opnieuw heel eventjes op de grill. Deze keer mogen ze wel boven de kolen liggen. Serveer ze zo snel mogelijk, want warme ribbetjes zijn de beste ribbetjes!