Postelein werd lang geschaard onder de vergeten groenten, maar de bladgroente is helemaal klaar voor zijn comeback. En terecht, want deze friszure sensatie geeft je gerechten niet alleen een smaak-, maar ook een gezondheidsboost. De reden daarvoor is dat hij enorm rijk is aan vitaminen en zelfs meer ijzer bevat dan spinazie.
Postelein komt oorspronkelijk uit het verre oosten, maar wordt tegenwoordig ook in België en Nederland geteeld. De groente heeft kleine, ruitvormige blaadjes en zijn smaak is fris en heeft iets licht pittigs. De textuur is stevig met een knapperige beet. Door zijn zacht smaak past hij perfect in een heleboel uiteenlopende gerechten, gaande van desserts en hartige taarten tot visbereidingen.
Zomer- en winterpostelein
Er bestaan twee soorten postelein: zomer- en winterpostelein. De meest bekende soort is ongetwijfeld zomerpostelein. Die groeit zeer snel, maar verlept helaas ook net zo snel. Je eet deze soort dus best direct na aankoop. De wintervariant heeft gele en grotere blaadjes en doet wat denken aan veldsla. Je kan postelein overigens heel goed invriezen door het twee minuten te blancheren en vervolgens in de vriezer te bewaren. Zo blijft de bladgroente enkele maanden goed en kan je hem gebruiken wanneer het jou het beste uitkomt.
Koken met postelein
De gehele groente is eetbaar, met uitzondering van de worteltjes. Snijd die er dus af voor je het gaat bereiden. Verse postelein heeft frisse, stevige blaadjes. Wanneer deze wat slap zijn, dompel je ze best een half uurtje onder in een bak met koud water. Net als bij spinazie, waterkers en andere bladgroenten, heeft ook postelein slechts een korte kooktijd nodig. Zo kan je het een paar minuten stoven, kort roerbakken of in een salade verwerken. Ook rauw, door een puree of als basis voor een soep is postelein ideaal.