Kook de partjes aardappel in ca. 20 min gaar.
Bak de koppen van de garnalen in een klontje boter goed aan. Bevochtig met visbouillon. Laat 15 min zacht sudderen. Zeef, duw goed aan. Laat nog even inkoken tot de helft. Roer er kleine stukjes koude boter door.
Giet de aardappelen af en prak ze. Roer er stukjes boter door en wat botermelk. Breng op smaak met een snufje zout. Vul een dresseerring met een laagje puree en schep de garnalen erop. Lepel de saus errond en haal voorzichtig de ring weg.