Versgebakken brood, met een krokante korst en een luchtig kruim… en dan, als je even niet oplet, verandert het in een taaie spons. De boosdoener? De koelkast. Wat velen als een logische bewaarplek zien, blijkt net dé plek waar brood sneller veroudert dan je denkt.
We bewaren melk in de koelkast, kaas, vlees, boter… dus waarom geen brood? Omdat brood een totaal ander product is. Zeker bij ambachtelijk brood, zoals desem of zuurdesem, draait alles rond vochtbalans, zetmeelstructuur en textuur. Een koelkast verstoort dat subtiele evenwicht volledig. Het resultaat? Brood dat zijn karakter verliest nog vóór je er goed en wel aan begonnen bent.
Koud = droog
In de koelkast begint een proces dat retrogradatie heet: de zetmeelmoleculen in je broodkruim gaan zich herschikken zodra het afkoelt. Daarbij stoten ze water af, wat zorgt voor uitdroging. In de koelkast gebeurt dat proces nog sneller dan op kamertemperatuur. Je denkt je brood langer te bewaren, maar eigenlijk versnel je het oud worden.
Ambachtelijk brood is extra gevoelig, net omdat het geen bewaarmiddelen bevat. Zeker bij desembrood zie je dat het kruim zijn vocht nodig heeft om soepel te blijven. Zet dat in de koelkast en je hebt binnen de dag een stugge homp.
En de diepvries dan? Die is wél je vriend
Wil je je brood echt langer bewaren, dan is de diepvriezer je beste optie. Het vertraagt het verouderingsproces zó ver dat je weken later nog een perfect sneetje uit de lade kan toveren.
Zo doe je het goed:
Snijd het brood eerst in plakken.
Vries het per 2 of 3 sneetjes in, in een goed gesloten diepvrieszak.
Ontdooi het op kamertemperatuur of stop het rechtstreeks in de broodrooster of oven voor een “versgebakken” effect.
Brood dat je de komende dagen gaat eten, bewaar je het best op een droge plek, op kamertemperatuur. Liefst in een linnen broodzak, een papieren zak of een houten brooddoos. Plastic verpakkingen houden het brood te vochtig, waardoor de korst zompig wordt en schimmel meer kans krijgt.
Brood leeft. Het verdient een beetje aandacht, ook na het bakken.