Het barbecue-seizoen is weer volop aan de gang. Sfeer of geen sfeer: wij Belgen zijn gemaakt om te barbecueën. Daarom hebben we gegraven in al onze archieven en 8 handige en eenvoudige tips opgetrommeld, om je barbecue naar een nog hoger level te tillen.
1. Haal basisgereedschap in huis
Lekker eten, genoeg drinken en goed gezelschap: meer heb je eigenlijk niet nodig. Maar het is niet overbodig om toch enkele spullen in huis te halen vooraleer je aan je barbecue begint. Een tang is handig, nét iets handiger dan een vork. Een kwastje is héél handig om een stuk vlees of vis in te wrijven met olie of een marinade. Haal ook citroen in huis. Het is dé tool om je barbecue proper te maken. Ben je klaar met grillen? Laat de barbecue nog maar even branden. Zo verbrand je het aanbaksel, waardoor je het achteraf met een metalen borstel kunt verwijderen. Neem dan een halve citroen en ga over de gril terwijl deze nog warm is. Het zuur zorgt ervoor dat je plaat onmiddellijk proper wordt.
2. Werk met zones
Een van de grootste fouten die je kunt maken bij een barbecue is je kolen gelijk verdelen over de grill. Lijkt handig, maar waar leg je dat ene stukje vlees dat nog niet gaar is, maar heel snel verkleurt? Werk met verschillende warmere en koudere zones, zo kun je het vlees dat nog even op de grill moet op een koudere plek leggen. Vaarwel zwarte worstjes!
3. Houd je grill vettig
Hoe vettiger, hoe prettiger! Gebruik een prop keukenrol en dip die in wat olie. Vervolgens besmeer je het rooster ermee en leg je het vlees erop. Zo voorkom je deels dat het vlees zal aanbakken. Een leuk weetje: in Israël prikken ze een halve ui op een vork, dippen 'm in olie en bestrijken zo het rooster. Probeer het maar!
4. Geen plakkerige vis
Je kijkt reikhalzend uit naar dat sappige stukje vis, maar het plakt het stevig tegen de grill aan. Gebruik daarom voldoende olijfolie en bak je vis met het vel naar beneden. Zo krijg je een lekker krokant korstje boordevol smaak.
5. Geen droog vlees
De zon schijnt, je gezelschap is er, we begrijpen het je bent enthousiast. Maar wees niet té enthousiast met je vlees. Je moet er eigenlijk voor zorgen dat je kolen goed doorbrand zijn vooraleer je het vlees op de gril legt. Zien je kolen wit? Dan zijn ze klaar om te gebruiken! Probeer het vlees ook niet te lang op de rooster te laten liggen, zo verliest het zijn sappigheid. Is je steak bijna klaar? Leg het dan aan de zijkant van de gril, waar het iets koeler is.
6. Grill je groenten
Saaie salades zijn verleden tijd! Gooi wat groenten mee op de grill. Kies voor groenten met een stevige basis, zo kan je de grill zijn werk laten doen. Paprika, aubergine, portobello champignons en aardappelen kan je rustig in z’n geheel laten garen. De buitenkant mag dan wel aanbranden, het is de sappige binnenkant die je doet watertanden. Voor deze toppers kan je ook gemakkelijk een vulling voorzien, zoals heerlijke roomkaas, noten of kruidenboter.
7. Kies de juiste plaats
Je wilt graag je barbecue-skills tonen aan je gasten, dus je zet de barbecue op een zichtbare plaats zodat iedereen kan meegenieten. Leuk! Maar denk eraan dat je barbecue op een stabiele en windvrije plaats staat. Voorzie zeker drie meter ruimte rond het apparaat, niet té dicht bij je gasten. De Seppe Nobels in jou kan wel even wachten. Veiligheid eerst!