In 'Lekker lokaal' zetten we een streekproduct in de kijker. Vandaag is het de beurt aan de Gentse mosterd van de familie Tierenteyn-Verlent.
De Gentse familie Tierenteyn-Verlent neemt mosterd, en de productie ervan, zeer ernstig. Augustus Tierenteyn, zoon van de “vader van de mosterd” Petrus Tierenteyn, trouwde in 1855 met Adelaïde Verlent. Zo is de huidige naam van de mosterdfamilie ontstaan. Op de mosterdpotjes vind je de officiële startdatum van de familiezaak: 1790. Niemand weet echter hoe die er gekomen is want Petrus Tierenteyn was in 1790 twee jaar oud. Vermoedelijk was het voordien een kruidenierszaak en is de naam daarvan al in 1790 geregistreerd.
Artisanaal gemaakt en verkocht
In 1958 werd de zaak overgenomen door Jean Caesens. Vandaag waken zijn dochter en kleindochter over het traditionele recept van deze donkere en vrij vloeibare mosterd. Tierenteyn-Verlent is na al die jaren nog steeds een familiezaak en daar zijn de eigenaars enorm trots op. Ze produceren zo’n 600 liter mosterd per week. Alles gebeurt er nog handmatig: de mosterdzaadjes malen, de potjes vullen met een houten lepel en de etiketten op de potjes kleven. De fijne mosterd is nog steeds de meest bekende telg uit het gamma. De graanmosterd kwam pas in de jaren '80 op de markt.
De Gentse mosterd wordt artisanaal gemaakt én verkocht op de Groentenmarkt 3, midden in het historische stadscentrum van Gent. In het originele winkeldecor uit de late jaren 1860 worden de mosterdpotjes gevuld. Menig Gentenaar loopt er langs om zijn potje opnieuw te vullen met het pittige streekproduct. In een supermarkt zal je de mosterd niet gauw vinden, maar wel in verschillende speciaalzaken in en rond Gent.
Uuflakke
Het klantenbestand van Tierenteyn-Verlent reikt tot in Australië. Een restaurateur uit Singapore laat elke drie maanden zijn mosterd leveren. De verzending kost hem meer dan de inhoud van zijn pakket, maar hij wil enkel de authentieke, Gentse mosterd.
Wil je de Gentse mosterd op de plaats van oorsprong proeven? Dat kan. In diverse Gentse cafés kan je de mosterd proeven bij een blokje kaas, een gedroogde worst of een schelle uuflakke (kopvlees).