De lente komt al om de hoek loeren en heel veel mensen voelen het dan kriebelen om de ramen open te gooien en een lenteschoonmaak te houden in en rond het huis. Ook jouw koelkast verdient het om af en toe eens onder handen genomen te worden. En dat is niet alleen een kwestie van netheid maar een goeie structuur in jouw koelkast is ook nog eens goed voor jouw portemonnee. Wij geven je graag enkele tips om meteen thuis mee aan de slag te gaan.
Je koelkast inrichten is vooral een kwestie van gewoonte. Eens je de koelkast-indeling onder de knie hebt, gaat het als vanzelf. Bovendien blijft je eten langer vers en voorkom je voedselverspilling. Hoe, wat, waar?
Temperatuur als richtlijn
Niet iedereen is hiervan op de hoogte, maar de temperatuur in een koelkast is niét overal gelijk. Onderaan, net boven de groentelade, is het kouder dan hoger in de frigo. Producten die sneller bederven zet je dus best onderaan. Eigenlijk zijn er vier temperatuurzones te onderscheiden en in elke zone horen dus andere producten.
- Bovenaan (4-6°C): restjes, geopende potten, room, eieren en kaas, gebak, soep
- Onderaan (0-4°C): afgedekt vlees, vis en charcuterie
- Lades voor groenten en fruit (4-6°C)
- Koelkastdeur (6-8°C): boter, kaas, sauspotjes, melk, grote drankflessen en knijptubes
Niet alles hoort in de koelkast
Er is een verschil tussen ‘koel bewaren’ en ‘gekoeld bewaren’. Staat er ‘gekoeld’ op de verpakking dan verdient het product een plaats in de koelkast. Koel bewaren wil dan weer zeggen dat je het enkel op een koele plaats, buiten de koelkast, moet bewaren.
Ook niet alle soorten groenten en fruit horen thuis in de koelkast. Voor tomaten, paprika’s, courgettes en aubergines is het daar te koud. Beter is het om deze te bewaren op een koele, donkere en goed verluchte plaats zoals de kelder of een koele berging. In een koelkastomgeving verliezen ze vlugger hun smaak en bederven ze eigenlijk sneller.
Hetzelfde geldt voor aardbeien, bananen, pruimen, kiwi, aardappelen, uien en knoflook. Houdt deze uit de koelkast, maar leg ze in een fruit- of groenteschaal.
Volhouden is de boodschap
Eens je koelkast goed is ingeladen, is het een kwestie van je goede voornemens door te trekken. Enkele gouden vuistregels:
- Hou de temperatuur van je koelkast tussen 4 en 7°C.
- Laad de koelkast niet te vol in. Er moet genoeg lucht rond de producten kunnen circuleren.
- Rauwe en bereide producten hou je gescheiden om kruisbesmetting van bacteriën te vermijden.
- Laat restjes eerst goed afkoelen alvorens ze, afgedekt, in de koelkast te zetten.
- ‘First in, first out’: gebruik eerst de producten die al het langst in de koelkast staan.
- Kuis maandelijks de koelkast met warm water en zeep.
En last but not least kan je met het gebruik van herbruikbare potjes een heel overzichtelijke en ordelijke koelkast bekomen die meteen een lach op je gezicht tovert bij het openen van de koelkastdeur.