Je hebt klassiekers in wording, en je hebt iconische gerechten die al decennialang meegaan. Niet vanwege hun aartsmoeilijke recept, maar dankzij pure, eenvoudige ingrediënten die een sensationeel geheel vormen. Met tiramisu kan je elke Italiaan een plezier doen, maar er zit wel een addertje onder het gras.
De juiste koekjes
In Italië zijn er twee soorten koekjes voor tiramisu: pavesini en savoiardi (ook gekend als lange vingers). De keuze is aan jou, ook al zullen de echte kenners je vertellen dat je voor savoiardi moet kiezen: ze zijn lang en sponsachtig en absorberen minder koffie. Welke koekjes ook jouw voorkeur krijgen, zorg ervoor dat je ze niet te veel laat weken, anders maakt de koffie de mascarponecrème vloeibaar.
Suiker toevoegen
De suiker moet juist worden gedoseerd. Dat betekent dat de ene helft wordt opgeklopt met de dooiers en de andere met eiwit. Op deze manier wordt de room zacht en stevig tegelijk en is de suiker niet voelbaar op je tong.
Slagroom
Slagroom komt niet voor in het klassieke recept, maar sommigen gebruiken het graag in plaats van het opgeklopte eiwit. Als je toch slagroom wilt gebruiken is dat prima, maar als je alleen de nasmaak van eieren wilt verminderen, raden we aan om wat Marsala-wijn toe te voegen.
Recept
Ingrediënten
Splits de eieren en klop het eiwit stijf. Meng het eigeel met de suiker tot een schuimig geheel en roer er de mascarpone door. Voeg beide mengsels samen en roer voorzichtig door elkaar. Let erop dat het mengsel luchtig blijft.
Meng de koffie met de amaretto. Neem een schaal en bedek de bodem met 1 laag ei/mascarpone mengsel, leg hier een laag lange vingers op die je eerst heel even in het koffie/amaretto mengsel dopt. Strooi er een laagje gezeefd cacaopoeder op. Herhaal dit. De bovenste laag moet ei/mascarpone mengsel met cacao zijn.
Laat 4 uur of een nacht in de koelkast opstijven.