Spruiten of spruitkool is een koolgewas en behoort tot de familie van de kruisbloemen. Spruiten zijn een bron van vitamine A en C en vezels. Spruitjes groeien aan een ongeveer één meter hoge koolplant. Elke plant telt zowat 25 à 30 minikooltjes die diepgroen gekleurd zijn.
Spruitkool vertoeft graag in ons vochtige en koele klimaat. De teelt van spruitjes is redelijk gemakkelijk en levert in de herfst en winter een verse, heerlijke groente op. Ook in de beroepsteelt zijn er heel wat spruitjeskwekers die van augustus tot maart spruitjes op de markt brengen. Spruiten zijn van oktober tot en met maart dus vlot in de handel verkrijgbaar.
In een normale winter kunnen spruiten buiten blijven staan. Strenge vorst is daarentegen catastrofaal voor de plant. In uitzonderlijk koude winters kan de hele plant ten onder gaan.
Van zodra je de spruitjes hebt geoogst, kun je ze zonder koeling vier tot vijf dagen bewaren. Bij een temperatuur van 3 tot 4° Celsius (ijskast) kun je ze gerust acht dagen bewaren. Het snijvlak wordt al vlug bruin en de buitenste blaadjes vergelen. Wanneer je deze verwijdert, dan zijn de spruiten weer perfect eetbaar. Je kunt spruiten invriezen nadat je ze eerst drie minuten in kokend water hebt geblancheerd. Ze verliezen dan wat van hun typische pittige smaak en worden wat zoeter.
Voor de bereiding snijd je een stuk van het snijvlak af, waardoor de buitenste bladen los komen. Die verwijder je. Als je spruiten onderaan een kruisvormige inkeping geeft, dan worden ze sneller gaar. Kook spruiten niet te lang (8 tot 10 minuten) zodat ze knapperig blijven.
Gebruik niet te veel water opdat het vitamine C-gehalte behouden blijft. Spruiten zijn onmisbaar in stoofpotjes, maar ook heerlijk als je ze gewoon kookt en daarna stooft met stukjes walnoten, kastanjes en spek.