Halo-halo is een Filipijns nagerecht op basis van schaafijs, gecondenseerde melk en ube-ijs. De toppings zijn zeer uiteenlopend en bestaan vaak uit verschillende texturen, van krokant en smeuïg tot net heel plakkerig. Maar hoe zit dit opvallende gerecht nu precies in elkaar en hoe kan je het zelf maken? Wij zochten het voor je uit.
Halo-halo betekent letterlijk 'mix-mix' en dat is exact wat je bij dit dessertje mag verwachten: een kleurrijk tafereel met heel wat verschillende ingrediënten. Het is een heerlijk verfrissend dessert tijdens de warme zomermaanden. Je bereidt het het best in een wijde glazen kom of een parfaitglas. Zo komen alle kleuren het best tot z'n recht en krijg je niet alleen een lekker, maar ook een oogstrelend gerecht.
Dit bericht op Instagram bekijken
Variërende ingrediënten
Staat een tripje naar de Filipijnen nog niet meteen op je agenda, maar wil je graag weten hoe dit kleurenspektakel smaakt? Ga dan gewoon thuis aan de slag! Je moet wel weten dat er geen juiste set ingrediënten voor dit gerecht bestaat. Al zijn er natuurlijk een aantal ingrediënten die regelmatig terugkomen. Zo heb je kaong, gekarameliseerde bakbananen, jackfruit, gulaman, tapiocaparels, ube-ijs, pinipig, kokosproducten, ingemaakt fruit en gecondenseerde melk. Als je nu lichtjes panikeert omwille van de vele onbekende gerechten: geen zorgen! Je kan al deze ingrediënten terugvinden in Aziatische supermarkten. Wij leggen je de veelvoorkomende ingrediënten hieronder uit, zodat je op z'n minst weet wat je straks in de winkel bestelt.
- Kaong: Dit palmfruit is transparant en ziet er wat geleiachtig uit. Je vindt ze soms ook terug in andere kleuren en je koopt ze voor dit gerecht in suikersiroop in een bokaal.
- Jackfruit: een grote en licht-stekelige exotische vrucht. Voor dit dessert koop je gele jackfruit in een bokaal, waarin hij meestal is ingeblikt met siroop.
- Gulaman: een reep of poedervorm van agar agar, dat je gebruikt om geleiachtige desserts van te maken. Het wordt gemaakt van verwerkt zeewier en is een plantaardige versie van gelatine.
- Tapiocaparels: kleine, doorzichtige bollen gemaakt van de tapioca, een zetmeel dat wordt gewonnen uit de cassavewortel.
- Ube-ijs: ijs van paarse zoete aardappel. De smaak is lichtzoet en een beetje hartig.
- Pinipig: onrijpe korrels kleefrijst die worden platgestampt voordat ze geroosterd worden.
- Sago: dit wordt ook wel palmmeel genoemd en wordt gewonnen door het merg van verschillende soorten palmen en palmvarens.
- Leche-flan: vlaai met een laagje karamelsaus waar je je halo-halo meestal mee afwerkt.
- Munggobonen: dit zijn rode bonen die je voor halo-halo koopt in blik opgelegd in suikersiroop.
- Nata de coco: dit wordt ook wel kokosgel genoemd en is een taai, transparant geleiachtig mengsel.
- Macapuno: fijne reepjes vruchtvlees van jonge kokosnoten. Het ziet er doorzichtig uit en de textuur is zacht en geleiachtig. Voor dit gerecht koop je ze opgelegd in suikersiroop in blik.
Voor de samenstelling ga je als volgt te werk. Je begint met schaafijs en dat top je af met een mengsel van (gecondenseerde) melk. Nadien komen alle toppings aan de beurt. Wat je toevoegt, kies je volledig zelf. Er zijn geen regels. Eens je alle toppings hebt toegevoegd, wees je lekker trouw aan de naam van het dessert en mix je dus alles door elkaar! Eindigen doe je met een bolletje ube-ijs en een stukje vlaai. Ja kan nog cornflakes toevoegen voor extra crunch en je bent klaar! Daar is ie dan: je eigen ontworpen halo-halo. Kleurrijk, verfrissend en vooral heel zomers.
Dit bericht op Instagram bekijken