Kippenbouillon | 1 l |
Kippendijfilet | 500 g |
Sereh | 2 stengel |
Rijstnoedels | 200 g |
Uien | 2 stuks |
Zonnebloemolie | 3 el |
Thaise wokgroenten met rode peper | 400 g |
Kokosmelk | 400 ml |
Limoen | 1 stuk |
Koriander | 1 bussel |
Breng de bouillon met de kippendijfilet en de gekneusde sereh aan de kook. Kook de kip in 15 min zachtjes in de bouillon gaar. Kook intussen de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd de uien in halve ringen. Verhit in een koekenpan de olie. Bak de uiringen in 8-10 min goudbruin en krokant. Schep ze op keukenpapier om uit te lekken. Neem de kip en de sereh uit de bouillon. Voeg de groenten en de kokosmelk toe aan de bouillon en kook 5 min zachtjes. Verdeel intussen de kip in stukjes; met een vork. Verdeel de noedels met de kip over 4 kommen. Schep de noedelsoep erbij en strooi de krokante uienringen erover. Werk af met wat limoenrasp en een stukje limoen.
Strooi ook nog wat grof gehakte koriander in de soep voor een extra kruidige smaak.