Op de onderste plank van je koelkast bewaar je best rauw vlees en vis. Om tegen te gaan dat de bacteriën die daarin zouden kunnen voorkomen zich over andere gebieden in de koelkast zouden verspreiden. Je zorgt er dus best voor dat je de rauwe producten steeds op een aparte plank legt. Bewaar ze bij voorkeur ook zo lang mogelijk in hun originele verpakking.
De schuiven helemaal onderaan de koelkast zijn gemaakt om groenten en fruit in op te bergen. Het is niet alleen de koelste plek in de kast, de afgesloten bakken zijn ook speciaal zo gemaakt om een vochtig en koel klimaat te waarborgen.
De deur is de warmste plek van je koelkast en daarom gebruik je die best voor de producten die het minst snel slecht worden. Bovenaan de deur is het perfecte plekje om boter op te bergen, maar ook voor medicatie die je gekoeld moet bewaren. In het midden van de deur zet je dressings en sauzen en onderaan de deur leg je de zuivel neer, zoals melk, yoghurt en slagroom.
In veel keukens wordt ook de ruimte bovenop de koelkast ingepalmd als bewaarplek. Toch is het belangrijk om te onthouden dat een koelkast niet zomaar een kast is, maar wel een elektrisch toestel. Omdat het er binnenin koel moet blijven, stijgt de warme lucht logischerwijs naar boven en daarom is het belangrijk dat je op die plek geen producten bewaart die daar gevoelig voor zijn. Zet er dus liever geen wijn of brood neer, maar gebruik het als opbergplek voor servies of leg er je collectie kookboeken neer.