Eerst en vooral de azijn. In sommige vinaigrettes durft de azijn al eens te veel te domineren. Dat kan je oplossen door een beetje van de azijn door water te vervangen. Mag er een beetje meer punch in de dressing zitten, dan is sojasaus ideaal om wat extra smaak toe te voegen.
Wat gebruik je best als emulgator? Ook hier heb je verschillende mogelijkheden. Een klassieke Franse vinaigrette maak je met mosterd. Gebruik dan minstens 1 theelepel mosterd per eetlepel azijn. Een theelepel is ongeveer 1/3 van een eetlepel. Liefhebber van een stevige mosterddressing? Voeg dan naar smaak wat extra mosterd toe. Een goed alternatief voor mosterd is mayonaise. Werk je op basis van mayonaise, dan krijg je een iets romiger en zachter resultaat. Voor een zoetere saus, is honing het ideale ingrediënt.
Hoeveel olie je toevoegt, hangt af van het soort olie dat je gebruikt. Van een neutrale olie gebruik je best 2 à 3 delen olie per deel azijn. Van een olie met een meer uitgesproken smaak, gebruik je wat minder. Denk daarbij aan olijfolie, notenolie, sesamolie.
Extra smaakmakers toevoegen, kan natuurlijk altijd: sjalotjes, look, verse kruiden, gehakte noten, ansjovis. Deze voeg je toe naar smaak. Ze voegen zoveel meer toe dan alleen maar smaak en aroma. Gehakte noten geven bijvoorbeeld een lekker crunch aan je dressing.
Alles bij elkaar en dan mengen, hoe doe je dat het best? Giet je olie er langzaam bij en klop je ondertussen met een garde? Gaat alles in een potje, met een deksel, en dan maar shaken? Of gebruik je een blender? Wel, het kan alle drie eigenlijk. Een blender geeft een mooi en glad eindresultaat, maar olijfolie kan als ze te lang in de blender gaat, bitter worden. Een geschudde vinaigrette zal sneller weer ontbinden, maar als je de vinaigrette maakt vlak voor je hem gaat gebruiken, kan dat geen kwaad natuurlijk.