Je zou het op het eerste zicht misschien niet meteen zeggen, maar de pompoen behoort tot dezelfde groentenfamilie als courgettes en komkommers. Pompoenen bestaan letterlijk in alle vormen, kleuren en maten. Er is echter één constante bij alle pompoenen: het oranje vruchtvlees. Maar niet alleen het vruchtvlees van de pompoen is heerlijk. Ook de grote platte pompoenzaden zijn niet te versmaden. Geroosterd of puur natuur, pompoenpitten vormen een leuke aanvulling op een basisgerechtje. Minder bekend, maar even eetbaar zijn de steeltoppen van de pompoen en de pompoenbloemen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zomerpompoenen (patisson en courgettes) en winterpompoenen (reuzepompoen, spaghettipompoen en sierkalebas). Deze pompoen worden rond Halloween als decoratie gebruikt. Pompoenen zijn dus eigenlijk het hele jaar door verkrijgbaar, maar vieren hun hoogdagen tussen september en oktober.
Een rijpe pompoen herken je aan een rimpelige steel en groeven of kleine barstjes in de schil. Winterpompoenen zijn langer houdbaar dan zomerpompoenen omdat ze een dikkere schil hebben. Winterpompoenen hebben een houdbaarheid van zes to negen maanden. Bewaren doe je best in een net of tussen krantenpapier in de garage of berging, zo wordt de pompoen net vochtig genoeg gehouden. Te nat is niet goed, te droog ook niet. Vlekken op de schil zijn geen goed voorteken. Dat wil zeggen dat het vruchtvlees al bedorven is. Wil je de pompoen in stukken bewaren? Verwijder dan het binnenste gedeeltje (pitten en draderig gedeeltje) en verpak de rest in plasticfolie. In de koelkast kan je stukjes pompoen zo’n twee tot vijf dagen goed bewaren. Uiteraard kan je de stukken pompoen ook invriezen. Populaire bereidingen met pompoen zijn soep, puree, chutney of confituur.
