Recept: zo maak je zelf authentieke Japanse gyoza

Recept: zo maak je zelf authentieke Japanse gyoza

Een authentiek gerecht mét rijke geschiedenis? Daar houden we van! Vandaag bereiden we gyoza. De fijne deegzakjes gevuld met groenten, vlees of vis worden ook bij ons steeds populairder. Maar waar komt deze lekkernij vandaan? En hoe maak je het zelf? Wij helpen je verder.

Om te beginnen moeten we alvast zeggen dat, hoewel gyoza worden gezien als Japans bijgerecht, het eigenlijk afstamt uit China. Recepten van jiaozi, Chineze dumplings, waren tijdens de Tweede Wereldoorlog door soldaten meegenomen naar Japan. Gyoza is dan ook de letterlijke Japanse vertaling van het Chinese jiaozi, een soortgelijke dumpling.

Ontstaan door heimwee

Zoals je wel kan snappen hadden de Japanse soldaten heimwee naar de Chinese jiaozi’s. Vroeger was het niet zo simpel als nu: de Japanse soldaten konden niet naar de jiaozi’s op zoek in hun lokale supermarkt. Het enige wat ze konden doen, was het recept namaken. Natuurlijk lukt het nooit om een recept precies na te maken, vooral als je het doet op basis van je herinneringen. Het originele recept is dan ook een beetje aangepast en zo werd de Japanse gyoza geboren. Het grootste verschil tussen de jiaozi en de gyoza, is de knapperigheid. Gyoza worden gemaakt met een dunner deeg dat veel delicater is. Ze worden dus veel sneller krokant in de pan.

Ingrediënten

Voor 4 personen

Voor de vulling

250 g varkensgehakt
150 g scampi’s
100 g Chinese kool
1 teentje look
1 tl gember
bieslook
snufje zout
1 el sojasaus
halve tl suiker
1 el sake
1 el sesamolie
een pakje gyozavellen (+-20 vellen)
1 snuifje chilipeper
3 el arachideolie
1 ui

Voor de saus

5 cl sojasaus
1 el zwarterijstazijn
1 cm gember
een paar druppels chili-olie

Bereiding

Pel de scampi’s en maak ze schoon. Snijd het vlees heel fijn en doe het in een mengkom. In die mengkom voeg je ook nog eens het gehakt toe, als ook een fijngesneden ui. Snijd nu de Chinese kool fijn. Doe de kool in een aparte mengkol, strooi er wat zout overheen en meng het goed door elkaar. Laat de kool eventjes staan. Ondertussen schil je een teentje look, pers je hem en voeg je het toe aan het gehakt. Kruid nu ook het gehakt met wat zout. Schil nu de gember en snij hem fijn. Voeg de stukjes gember toe aan het gehaktmengsel. Tot slot hak je de bieslook nog fijn en voeg je het toe aan het mengsel. Kruid het geheel nog eens met wat suiker, zout, saké, peper, sesamolie, sojasaus en chilipoeder. Meng alles goed door elkaar.

Probeer het vocht uit de kool te duwen, want te veel water in de kool zorgt voor slappe gyoza. Als er geen (of nog maar heel weinig) vocht uit komt, voeg je het toe aan het gehaktmengsel. Meng voor een laatste keer nog alles goed door elkaar.

Leg een velletje gyozadeeg neer op je werkblad en vul het met een lepeltje gehakt. Nu is het tijd om de gyoza dicht te plooien. Dat doe je door van tevoren de rand van het gyozavel licthjes te bevochtigen met wat water. Plooi het deeg nu dicht en druk het goed aan. Doe wat arachideolie in een pan en laat heet worden. Leg de gyoza er voorzichtig in en bak ze langs beide kanten aan. Blus ze nu met een goede scheut water en zet de deksel op de pan. Laat de gyoza stomen totdat het water verdampt is en de gyoza gaar zijn.

Ondertussen kan je alvast het dipsausje klaarmaken. Hiervoor meng je de zwarterijstazijn samen met de sojasaus, de fijngesneden stukjes gember en de chili-olie. Serveer de gyoza met het dipsausje. Smakelijk!