Stelselmatig bouwen we het merlotpercentage af. De Château La Couspaude en Château TrotteVieille (2015) laten ruimte voor respectievelijk 20% en 46% cabernet franc en dat kunnen we wel smaken. Vooral de TrotteVieille weet ons te charmeren. De houterige toets blijft sterk aanwezig, maar wordt losgewrikt door het prikkelende aroma van de cabernet franc. Wat extra pit, we weten er wel raad mee.
Wrikken en wringen
Toch zwichten we vooral voor de charmes van ‘Koning Cab’, ook weleens cabernet sauvignon genoemd. Als ze voldoende (maar ook weer niet té veel) ademruimte krijgt, zorgt deze druif der druiven telkens weer voor een dosis welgemikte levendigheid. Hier naar onze bescheiden mening het best geïllustreerd in de wijnen uit de Margauxstreek.
We kiezen voor Château Brane-Cantenac, Château Ferrière en Château Kirwan – alle drie wijnen met cabernet sauvignon in een glansrol, maar toch genoeg in toom gehouden door merlot. De Brane-Cantenac is het mooist in balans met fruitige nuances die openbreken in een aangenaam zuurtje. Van de Ferrière onthouden we een prikkelende neus en swingende dynamiek. Het is de Kirwan die ons echter het meest kan bekoren. Een wijn met een stuurs, stekelig kantje aan. Een wijn die durft te wrikken en te wringen zonder aan elegantie te verliezen.
Verder verwennen we onze smaakpapillen nog met een Château Lagrange (2016) van Saint-Julien en een Clos Haut-Peyraguey (2015), een witte wijn uit Sauternes ou Barsac. Van die laatste moeten we toch even bekomen. Wat een explosief zoete aanzet! Gelukkig wordt die wat versoepeld door een mooie, lange en genuanceerde afdronk.
Kwestie van reputatie
We zouden het bijna vergeten, maar we zijn hier niet enkel om te proeven, we zijn hier ook om te leren. De UGCB organiseert namelijk drie ateliers, waarvan wij ‘Intergenerations’ meepikken. Topsommelier Eric Boschman en stagiair Adrien Bodarwé stellen zich de volgende vraag: hoe kan een klassieke wijn als de bordeaux een vaste plek veroveren in de hedonistische jongerencultuur van tegenwoordig?
Een antwoord hebben ze evenwel niet meteen voorhanden. Het enige waar ze de vinger op kunnen leggen, is dat het verheven imago van bordeauxwijnen veel jongeren afschrikt. Kapitaalkrachtige kenners leggen misschien met plezier een smak geld neer voor een bordeaux, de jeugd heeft daar doorgaans noch de financiële middelen noch de juiste motivatie voor. We zitten dus met een impasse. De wijnwereld heeft alvast een eerste stap gezet door het classificatiesysteem van bordeauxwijnen te versimpelen, maar er is nog werk aan de winkel.
Water bij de wijn?
Wij zien eerlijk gezegd ook niet meteen een pasklare oplossing. Wat we wel weten: wie zoals ons het geluk heeft om op deze manier kennis te maken met de wondere wereld der bordeauxwijnen, kan zich wel inbeelden waar dat grootse aura en dito prijskaartje vandaan komen.
En het moet gezegd: afgaande op de wijnen die ons het meest zijn bijgebleven, hebben we niet meteen de goedkoopste smaak … Hier moet toch ergens een consensus in schuilen, denken we dan. Iets met water en wijn misschien?