250 g koude boter, in blokjes gesneden
250 ml melk
zout en peper
Kook de aardappelen gedurende 25 minuten in gezouten water. Laat de schil eraan!
Wacht tot de aardappelen zijn afgekoeld voor je het vel er afhaalt. Zet een pan op het vuur, met een klein beetje water op de bodem. Voeg de melk toe en warm deze langzaam op.
Haal de gepelde aardappels door een passe-vite en doe ze in een kookpot.
Warm de aardappels een vijftal minuten op, om al het vocht te doen verdampen. Ze moeten kurkdroog zijn.
Zet het vuur op een lage stand en voeg beetje bij beetje de bokjes boter toe. Blijf continu roeren in de pot. Hoe meer en sneller je roert, hoe beter de puree zal uitdraaien.
Wanneer alle boter goed is opgenomen, voeg je de warme toe. Klop het mengsel snel en energiek op.
Voeg peper en zout toe naar smaak.
Ten slotte haal je de aardappelpuree nogmaals door de passe-vite, voor een zijdezacht resultaat.