Wie al een keertje door India, Thailand of Maleisië heeft gereisd zal vast al de enorme jackfruit hebben zien hangen in bomen. De vrucht wordt vaak als gezond tussendoortje gegeten, maar sinds kort is het vooral populair als vleesvervanger. Is het wel een prima vleesvervanger? Of is het meer een hype?
Jackfruit of nangka zijn enorme vruchten die volgroeid tot 40 kilo kunnen wegen. Ze groeien aan de stam van de jackfruitboom, die tot drie ton vruchten per jaar kan produceren. Jackfruit wordt al jaren als plantaardige voedingsbron gebruikt door mensen uit tropische landen waar de vrucht voorkomt. De lichtgele peulen zijn eetbaar en rijp hebben ze een zoete en fruitige smaak. Vergelijk het met een kruising tussen appels, mango’s en bananen. Onrijp zijn ze redelijk neutraal van smaak.
De peulen kan je zo uit de hand eten als gezond tussendoortje, maar door hun dradige structuur kan je ze ook gebruiken in gerechten en er plantaardige pulled pork of rendang mee maken. Een bijzondere vleesvervanger dus waar vooral veganisten en vegetariërs blij mee zijn. Dit zorgt voor een wereldwijde populariteit van jackfruit.
Duurzaam?
Jackfruit wordt geteeld in tropische gebieden, maar sinds enkele jaren zijn ze ook in andere delen van de wereld te vinden zoals de Verenigde Staten. De peulen worden in blik geconserveerd en geëxporteerd. Sinds kort zijn de blikken jackfruit ook hier in retail te vinden en kan de hobbykok ermee aan de slag. Duurzaam? De vrucht legt wel een lange weg af om hier in de rekken te komen. Gunstig voor het milieu is het dus niet echt.
Gezonde vleesvervanger?
Het aanbod van vleesvervangers groeit met de dag. Jackfruit wordt sinds kort ook aan het lijstje toegevoegd. Toch scoort de vrucht op de hoeveelheid vitamine B12, ijzer en voedingsvezels lager dan andere vleesvervangers. Dit is een belangrijk gegeven gezien je bij een vleesloos eetpatroon een volwaardige vervanger wil eten. Natuurlijk vormt het geen bedreiging voor je gezondheid wanneer je als vegetariër of veganist jackfruit maar af en toe op het menu zet. Zolang je weet dat er betere vleesvervangers zijn en die ook nog eens beter zijn voor het milieu.