Oestersaus voorziet elk gerecht van een zoet-zoute umamismaak. Maar wat is deze zalige bruine saus precies? Is het gemaakt van echte oesters? En hoe gebruik je het in de keuken?
Om te beginnen is oestersaus naar verluidt geheel toevallig uitgevonden. In 1888 liet Lee Kum Sheung in een Chinees eetstalletje een pot oestersoep zo lang koken dat er een dikke bruine pasta ontstond. Sheung proefde eens nieuwsgierig en realiseerde zich dat zijn gekarameliseerde brouwsel rijk, hartig en verrukkelijk van smaak was. Hij noemde het 'oestersaus' en begon het aan zijn klanten te serveren als smaakmaker. Later groeide het bedrijf uit tot het nu iconische Lee Kum Kee Aziatische sauzenimperium.
Echte oesters en een rijke smaak
Zelfs 134 jaar na Sheung's ontdekking maakt Lee Kum Kee nog steeds oestersaus met echte oesterextracten. Daarbij gaat suiker, zout, maïszetmeel, bloem, kleurstoffen en mononatriumglutamaat (MSG). Koop je oestersaus van een ander merk, controleer dan altijd het etiket om te zien of de saus oesterextracten bevat.
In tegenstelling tot vissaus, die onmiskenbaar visachtig smaakt, zal je bij het proeven van een likje oestersaus niet direct aan oesters denken. Het heeft een volle smaak, is zoet en zout tegelijk. Maar de smaken gaan dieper dan dat. De zoetheid is niet eenduidig of overheersend, maar eerder donker en vol, zoals karamel. En, net als ansjovis, heeft de saus veel umami en een rijke smaak. Het geeft enorm veel smaak aan sauzen, roerbakgerechten en dressings, zonder de andere ingrediënten te overheersen.
Oestersaus in de keuken
Oestersaus is een veelzijdige smaakmaker in de Aziatische keuken en daarbuiten, en kan zowel op zichzelf staan als in combinatie met andere smaakmakers worden gebruikt. Hoe je het ook gebruikt, met een kleine hoeveelheid kom je een heel eind. Maak vlees of groenten af met een scheut oestersaus of gebruik het als marinade voor biefstuk of ander vlees, over gestoomde groenten, in vleesstoofpotjes, soepen of roerbakgerechten.