Je eerste pannenkoek is altijd een ramp: hij bakt niet mooi bruin en blijft vaak nog eens in de pan plakken. De ene gooit hem weg en de andere werkt het mislukte experiment naar binnen. Maar hoe komt dat eigenlijk? Wij zochten het voor je uit.
De pan
Meestal kiezen we de pan met antiaanbaklaag, want we wéten dat die geschikt is. Toch durft je pannenkoek te mislukken en dat komt omdat je de pan ook gebruikt voor vlees-, vis- en aardappelbereidingen. Dat laat namelijk restjes achter die ervoor zorgen dat het beslag blijft kleven. Hoe proper de pan ook mag zijn, je gebruikt best eentje om pannenkoeken in te bakken.
De temperatuur
De meest gemaakte fout is dat we het beslag te snel in de pan gieten. De pan is nog niet heet genoeg en door het deeg koelt hij nog eens extra af. Zorg er dus voor dat je je beslag na het kloppen even laat rusten zodat het op kamertemperatuur komt en laat de pan goed heet worden. Dat kan je checken door er enkele waterdruppels op te spetteren. Als die gaan dansen, mag je aan de slag gaan.
Extra tips
Zorg ervoor dat je beslag glad en klontervrij is. Mix het daarom voor de zekerheid nog eens met een handmixer of meng het in een blender.
Vet je pan gelijkmatig in. Het is handig om de vetstof nog even goed uit te smeren met een stukje keukenrol of een borsteltje. Mochten er toch minuscule sneetjes in de pan zitten, dicht je die met de boter. Zo zal de pannenkoek niet blijven kleven.
Wees geduldig en heb vertrouwen in het proces. Draai de pannenkoek pas om als de bovenkant niet meer vloeibaar is en de randjes bruin kleuren.
Nu je weet wat de valkuilen zijn, kun je zelf aan de slag. Bakken maar!