Zout is een van de belangrijkste ingrediënten in ieder gerecht. De juiste dosering ervan kan jouw gerecht zóveel keer beter maken. De fout die velen maken, is zout pas toevoegen als een gerecht klaar is, terwijl dat bij veel recepten net niet de bedoeling is. Zoals bij pasta, bijvoorbeeld.
Niets maakt een Italiaan bozer dan flauwe pasta. Het begint allemaal bij de juiste dosering zout terwijl de pasta kookt. Met deze tips hoeft jouw potje zout nooit meer op de keukentafel te staan en geniet je van een heerlijke pasta.
Zeewater
Een goede tip die overal terugkomt is dat je pastawater zo zout als de zee moet proeven. Dat is toch véél te veel, horen we je denken. Toch niet! Gedroogde pasta die je in de supermarkt koopt is gewoonlijk nog niet gezouten. De enige ingrediënten zijn water en bloem – en af en toe wat eieren – maar toch wordt zout amper gebruikt. Wanneer je pasta kookt in gezouten water zal de pasta al een deel van dat zout absorberen. De pasta is nu overal even zout en niet enkel op de plekken waar je tijdens de garnering zout op strooit.
Hoeveel zout moet je dan gebruiken?
Voor iedere vier liter water gebruik je ongeveer 2 à 3 eetlepels zout. Je moet natuurlijk ook niet overdrijven, want té veel is nooit goed. Ben je toch wat te hard met het zout gaan strooien? Voeg dan wat extra water toe. Proef het steeds totdat het water terug oké is qua zoutgehalte. Denk wel van tevoren even na welke ingrediënten je na het koken in de pasta gaat doen. Als dat zoute ingrediënten zijn zoals ansjovis, spek of Parmezaanse kaas, voeg je best iets minder zout toe aan het water.
