De 5 meest gemaakte fouten bij het bereiden van rijstpap

De 5 meest gemaakte fouten bij het bereiden van rijstpap

Met gouden lepeltjes of niet, rijstpap smaakt altijd hemels als je ze klaarmaakt op grootmoeders wijze. Haal je retro kommetjes alvast uit de kast en vermijd onderstaande fouten bij het klaarmaken van dit nostalgische dessert.  

De foute rijst

Niet alle rijstsoorten zijn even geschikt om rijstpap mee te maken. Je kiest best voor ronde korrels zoals dessertrijst, sushirijst of risottorijst. Je kan rijstpap ook maken met gewone langkorrelrijst, maar dan zal het resultaat iets minder romig zijn en zal je iets meer geduld moeten hebben. De enige rijst die je zeker moet vermijden is wilde rijst.

Niet smeuïg genoeg

Je bepaalt zelf hoe smeuïg je dessertje wordt. Magere of halfvolle melk zijn goed, maar voor een romig resultaat verkies je best de volle variant. Een eidooier door de pap roeren op het einde kan ook wonderen doen. Mag het resultaat nog net iets romiger? Roer er dan op het einde een lepeltje echte boter door.

Geen smaakmakers

Heeft je rijstpap nog niet de juiste kleur? Dan ben je waarschijnlijk saffraan vergeten toe te voegen. Vanille en kaneel kunnen je gerecht ook naar een ander niveau tillen. Maar smaken verschillen. Vergeet dus zeker niet te proeven bij het toevoegen van smaakmakers.

Neem je tijd

Lekkere rijstpap kost nu eenmaal tijd. Laat de rijstpap koken op een laag vuur zodat het zetmeel tijd heeft om los te komen. Roer af en toe om een vies laagje op de bodem te vermijden. Heel de tijd roeren hoeft niet, af en toe omscheppen is voldoende.

De juiste toppings

Rijstpap zou rijstpap niet zijn zonder bruine suiker. Daarom serveer je het dessertje op grootmoeders wijze best lauw met donkerbruine suiker naar smaak. Liefst in een retro kommetje en met een gouden lepeltje zoals 'bij de bomma'.

LEES OOK

Appeltaart met vanille-ijs op grootmoeders wijze