5 veelgemaakte fouten bij het bereiden van coquilles

5 veelgemaakte fouten bij het bereiden van coquilles

Coquilles Saint-Jacques - of ook wel: Sint-Jakobsvruchten - zijn enorm lekkere en feestelijke zeevruchten. De chique naam schrikt misschien een beetje af om eraan te beginnen in je keuken, maar dat is helemaal niet nodig! Zeker als je deze vijf veelgemaakte fouten vermijdt, maak je voortaan alleen nog maar de lekkerste Sint-Jakobsnoten klaar. Smakelijk!

Je bereidt ze tijdens het verkeerde seizoen

Wie aan coquilles denkt, denkt hoogstwaarschijnlijk meteen aan de feestdagen. Net zoals oesters, zijn ook deze zeevruchten een echte winner op tafel tijdens eindejaarsetentjes. Maar eigenlijk is het in december nog nét te vroeg voor Sint-Jakobsvruchten. De lekkerste coquilles koop je namelijk van januari tot en met maart. Let er ook zeker op dat je Sint-Jakobsnoten afkomstig zijn uit onze Noordzee. Die zijn van nature wat vetter van textuur en zijn dus een uitstekende keuze!

Je koopt Sint-Jakobsschelpen in plaats van Sint-Jakobsvruchten

Het is geen groot drama als je Sint-Jakobsschelpen in plaats van Sint-Jakobsvruchten koopt. Het duurt alleen iets langer om ze te bereiden als je de schelpen nog moet openen én schoonmaken en dat is uiteraard niet ideaal als je een heel menu in elkaar moet boksen. Als je weinig tijd hebt, koop je dus best gewoon Sint-Jakobsnoten. Heb je toch schelpen in huis gehaald? Geen nood! Dankzij dit stappenplan krijg je ze open:

  1. Open de schelpen met een plat en scherp mes
  2. Snijd de bleke Sint-Jakobsnoot los door met je mes over de vlakke kant van de schelp te gaan
  3. Schep met een lepel de inhoud van de schelp op een bord en verwijder de ingewanden van de zeevrucht omheen de bleke noot
  4. Doe de Sint-Jakobsnoten dan in een vergiet en spoel ze overvloedig onder koud, stromend water
  5. Laat de noten uitlekken op een schone keukenhanddoek en dep ze ten slotte voorzichtig droog

Je gooit de schelpen weg

Gelukkig heeft het kopen van Sint-Jakobsschelpen ook een groot voordeel. Gooi de schelpen zelf zeker niet weg, maar spoel ze af en dep ze droog. Je kan ze dan gebruiken om je coquilles - of andere zeevruchten - in de toekomst in te serveren.

 

LEES OOK: Zin of onzin: de beste mosselen eet je in maanden met een ‘r’

 

Je koopt geen verse coquilles 

Coquilles zijn ontzettend veelzijdige zeevruchten. Je kan ze bakken, grillen of stoven én zelfs rauw eten. Dat laatste wordt vaak vergeten, maar rauwe Sint-Jakobsvruchten zijn misschien wel de allerlekkerste die er zijn! Belangrijk bij rauwe coquilles is wel dat ze zo vers mogelijk zijn. Koop ze bij voorkeur bij een vishandelaar die ze 's ochtends heeft gevangen. Coquilles kunnen tot 14 dagen op ijs bewaard worden, maar hoe meer dat ijs dan smelt, hoe meer van het smeltwater door de schelpen zal worden opgenomen. Dat maakt de zeevrucht binnenin groter, maar verwatert ook de smaak en dat wil je uiteraard niet!

Je laat ze te lang marineren

Wie een carpaccio van rauwe Sint-Jakobsvruchten maakt (yummie!), moet de zeevruchten daarvoor laten marineren. Het resultaat daarvan is heerlijk, als je het goed doen tenminste! Laat je coquilles niet te lang marineren, een uurtje volstaat zeker. Dat geldt trouwens voor alle witte vissoorten. Hoe meer zuren je gebruikt in je marinade, hoe sneller het te marineren ingrediënt zal garen.

LEES OOK

Dit zijn de 5 meest gemaakte fouten bij mosselen