Veel kolen zijn een kweekvorm van eenzelfde plant. Opvallend bij deze koolsoort is dat ze geen krop op een lange stengel vormt, maar in de hoogte groeit. In de oksels van de bladeren ‘ontspruiten’ dan kleine groene kooltjes. Bij het oogsten van een bloemkool of rode kool snijd je die ter hoogte van stam af, terwijl je spruiten met een simpele draaibeweging van de stengel haalt.
Kinderen zijn vaak geen fan van de kenmerkende koolsmaak, maar wist je dat elk spruitje anders smaakt? Je proeft een kenbaar verschil tussen de grotere en kleinere. Zo hebben grote spruiten een intense en vooral koolachtige smaak, terwijl de kleintjes een mildere en nootachtige toets hebben.
Ook het tijdstip van de oogst heeft hier invloed op. Spruitjes zijn beschikbaar van oktober tot maart. Hoe later in het seizoen, hoe zoeter ze smaken. Daarnaast bevatten ze een bitter hart, zoals witloof, dat je beter wegsnijdt. Het is ook aangeraden om de buitenste blaadjes te verwijderen als je ze klaarmaakt.
Degene die de klassieker vaak bereiden, zullen het vast en zeker herkennen dat er achteraf een heuse spruitjeslucht kan blijven hangen in huis. Die onaangename geur ontstaat door de enorme hoeveelheid zwavel die kolen opnemen tijdens hun groeiproces. Geen nood, je kan dat luchtje vermijden door een scheutje melk toe te voegen aan je kookwater.
Tenslotte bevatten spruitjes behoorlijk wat vitaminen. Ze zitten boordevol mineralen en vezels én bevatten twee tot drie keer meer vitamine C dan appelsienen! Verder bevatten ze ook nog heel wat kalium, magnesium, fosfor en vitamine B1. Spruiten zijn dé vitaminebommetjes die je lichaam nodig heeft op koude winterdagen. Zet ze op het menu, speel met andere ingrediënten en maak iedereen in je huishouden fan van spruitjes!