3 veelgemaakte fouten bij het bakken van een steak

Hoeveel kookervaring je ook hebt, het moment dat je jouw perfect gegaarde steak aansnijdt, is telkens weer opnieuw een klein geluksmomentje. Toch wordt biefstuk in veel Vlaamse keukens verkeerd klaargemaakt. Dat kan heel goed komen doordat je een van deze drie fouten maakt.

3 veelgemaakte fouten bij het bakken van een steak

Hoeveel kookervaring je ook hebt, het moment dat je jouw perfect gegaarde steak aansnijdt, is telkens weer opnieuw een klein geluksmomentje. Toch wordt biefstuk in veel Vlaamse keukens verkeerd klaargemaakt. Dat kan heel goed komen doordat je een van deze drie fouten maakt.

Je steak is te vochtig

Vooraleer je steak bakt in de pan is het van groot belang dat het vlees goed droog is. Een droog stuk vlees zorgt voor de meest knapperige korst en dat is wat we allemaal willen, toch? Dep daarom je steak goed af met keukenpapier over de gehele oppervlakte alvorens je hem bakt. Wil je het helemaal goed doen? Zorg dan dat je vlees op kamertemperatuur is.

Te koude pan

Wil je een perfect gebakken steak? Dan heb je een loeihete pan nodig. Zorg ervoor dat de olie en/of boter in de pan goed heet is en schroei op hogere temperatuur de biefstuk dicht. Houd de biefstuk goed in beweging. Door de hoge temperatuur van de pan krijg je een perfecte buitenkant, terwijl de binnenkant lekker juicy blijft.

Enkel zo krijg je een perfecte biefstuk. Het beste is om hiervoor een gietijzeren koekenpan te gebruiken. Nog een extra tip uit grootmoeder's keuken: giet tijdens het bakken je olie/boter uit de pan met een lepel over je vlees voor een ultieme smaak.

Time is money

De meest voorkomende fout bij het bakken van een steak is om het vlees direct van de pan in je bord te leggen. Door het meteen aansnijden van je gaan al de goede vleessappen verloren in je bord. Laat je vlees daarom altijd rusten op een warm bord, losjes met aluminiumfolie eromheen, ongeveer zo lang als dat je het hebt gebakken. Zo kan het vlees zich ontspannen, wordt ook de warmte beter verdeeld en krijgen de sappen de kans om zich opnieuw over het volledige stuk te verdelen. Kort gezegd zorgt het rusten dus voor sappiger en malser vlees en behoudt het zijn smaak.