Lees het volledige interview met Louise hier.
Melk | 350 ml |
Instant gist | 7 g |
Zachte boter | 85 g |
Ei | 1 |
Kristalsuiker | 60 g |
Vanillesuiker | 10 g |
Snufje zout | |
Bloem | 600 g |
Olie |
Lichtbruine suiker | 200 g |
Donkerbruine suiker | 100 g |
Kaneel | 16 g |
Appels, in hele kleine blokjes | 4 |
DEEG MAKEN — Verwarm de melk kort tot lauwwarm (30 à 35°C). Giet in een grote mengkom en voeg de gist en de zachte boter toe. Roer kort door en laat 2 minuten staan. Voeg dan het ei, de kristalsuiker, de vanillesuiker en een snufje zout toe. Meng goed door. Voeg de bloem in twee delen toe. Meng of kneed na elke toevoeging grondig tot het deeg samenkomt.
RAAMTEST — Kneed het deeg stevig gedurende 8 à 10 minuten. Controleer met de ‘raamtest’: neem een klein stukje deeg en trek het zachtjes uit tot een dun vliesje. Zie je het licht erdoor zonder dat het scheurt? Dan is het deeg klaar.
EERSTE RIJS — Vorm een bal van het deeg. Vet een grote kom licht in met olie, leg de deegbal erin, dek af met een vochtige keukenhanddoek en laat 1 uur rijzen op kamertemperatuur.
VULLING MAKEN — Meng alle ingrediënten voor de vulling in een kom.
DEEG UITROLLEN, VULLEN EN OPROLLEN — Stort het gerezen deeg uit op een met bloem bestoven werkblad. Rol uit tot een grote rechthoek. Verdeel het mengsel van appel en suiker over het deeg, maar laat een rand vrij aan één lange zijde. Rol het deeg strak op tot een lange rol.
SNIJDEN — Meet de lengte van de rol en verdeel in 12gelijke stukken. Snijd voorzichtig en leg de stukken met de snijkant naar boven in een ingevette ronde ovenschaal.
TWEEDE RIJS — Dek de rolls opnieuw af met een vochtige keukenhanddoek en laat nogmaals 1 uur rijzen op kamertemperatuur.
AFBAKKEN — Verwarm de oven voor op 175°C. Bak de rolls gedurende 30 minuten, tot ze goudbruin en gaar zijn.
AFWERKEN — Laat de rolls volledig afkoelen. Werk ze daarna af met een royale laag roomkaas-botercrème (zie Altijd honger! - pagina 25) en extra kaneel.